Onze geschiedenis
GESCHIEDENIS VAN GRIMBERGEN IN HET KORT DOOR DE EEUWEN HEEN
Omstreeks 1126 - 1128
Aan de rand van onze hoofdstad staat al meer dan acht eeuwen een norbertijnerabdij. Maar het was niet altijd zo. In het ‘Land van Grimbergen’, waar de Berthouts heer en meester waren, stond een kloosterkerk met ‘monachi nigri’. In deze kerk lagen de ouders van de ‘Berthouts-familie’ begraven. Door omstandigheden gingen de monniken weg. De Berthouts deden een beroep op Norbertus, rondtrekkende predikant in Antwerpen. Omstreeks het jaar 1126 -1128 stuurde hij enkele volgelingen. In dat jaar werd hij bisschop van Maagdenburg en hij keerde nooit terug naar Vlaanderen. Sindsdien verblijven de norbertijnen in Grimbergen.
Verwoestingen
Kort na de stichting van de abdij ontstond er onenigheid tussen de Berthouts en de hertogen van Leuven en Brabant in de zgn. ‘Grimbergse oorlog’ (1139-1159) waarbij de abdij in de vlammen opging. Meer dan moeizaam werd er nadien aan de heropbouw gewerkt en geleidelijk kreeg de gemeenschap gronden, molens en eigendommen in bezit. Maar mooie liedjes duren niet lang en tijdens de beeldenstorm (1566) moesten de abt en convent vluchten en ging de abdij in vlammen op. Moeizaam en met weinig middelen werd na verloop van tijd weer aan heropbouw gewerkt en enkele degelijke abten en medebroeders zorgden voor een geleidelijke heropbouw van de abdij. De Franse Revolutie strooide behoorlijk veel roet in de kloosterpap! In november 1796 begon de ‘besloten tijd’, periode waarin alle kloosterlingen uit hun abdij verjaagd werden; de gebouwen werden geplunderd en afgebroken. De abdijkerk, sacristie, pastorie en een deel van de hoeve met poortgebouw bleven gespaard.
Heropstanding
Alle medebroeders verbleven veertig jaar in de omliggende pastorieën en parochies. Prior Luckx nam in 1831 het initiatief om opnieuw met het kloosterleven in Grimbergen te beginnen. Hij kon een stuk grond kopen naast de kerk en op 3 november 1834 werd Jan Baptist Van den Berghe verkozen als eerste prior na de Franse Revolutie. Langzaam maar zeker bouwde hij aan de abdij en zo kreeg de gemeenschap nieuwe kandidaten. Stilaan werd de abdij vergroot en meer bewoonbaar gemaakt. In 1951 vertrok een groep medebroeders naar Zuid-Afrika. Naast de abdij ontstond in de jaren '60 de Volkssterrenwacht Mira, als eerste volkssterrenwacht van ons land en voor de eeuwwisseling van 2000 werd aan het abdij-complex een vleugel toegevoegd voor studiedagen, retraites, tentoonstellingen, voordrachten en andere bijeenkomsten.
De Grimbergse pastoor Daniël Jules Delestré (1881-1967) wist door zijn gedreven opzoekingswerk de geschiedenis van Grimbergen samen te stellen en dit werd in 1978 door de vereniging "eigen schoon" in twee boeken uitgegeven.
Ook nu nog worden door de archivaris van de abdij en enkele enthousiaste medewerk(st)ers stukken van de Grimbergse geschiedenis ontdekt in het abdijarchief dat een schat aan informatie herbergt.
Via de vzw "De Vrienden van de abdij" zijn er de laatste jaren enkele zeer waardevolle werken op de markt gebracht:
- De oude kaarboeken van de abdij
- Abt Sophie
- Een "virtueel bezoek" aan de abdij vóór de Franse revolutie
- "leven en lijden in woelige tijden" (de abdij ten tijde van de Franse Revolutie)
- Het dagboek van pastoor Heylen