Het groot orgel
Historisch Orgelmeubel (1751)
NIEUW Binnenwerk Van Forceville-Goynaut
In de historische orgelkast aan de Westmuur van de abdijkerk bevond zich het Thomas Forceville - Goynautorgel (1751). Deze Johannes Thomas Forceville (1696-1750) is de zoon van de befaamde orgelmaker Johannes Baptist Forceville (1660-1739). Van het eerste orgelontwerp is een sierlijke tekening bewaard gebleven.
Na 25 jaar hadden in 1765 vrij omvangrijke aanpassingswerken plaats onder abt Sophie. Dit instrument bleef grotendeels gehandhaafd tot 1910.
OVER Jean-Emile Kerckhoff
De Brusselse orgelbouwer Jean Emile Kerckhoff verwijderde in 1910 het weinig gewijzigde 160-jarige historische binnenwerk - registratuur, tractuur, windwerk, pijpwerk en klavieren - en verving dit alles door een nieuw groot pneumatisch instrument. Om dit groot nieuw orgel te plaatsen diende de orgelruimte breder - toevoeging van twee vlakke tussenpanelen - en dieper gemaakt; met het wegslaan van de achterwand.
Om een nieuwe vrijstaande speeltafel te plaatsen werd ook het rugpositief leeggehaald, (de achterwand ervan tegen de balustrade aangedrukt) en de historische klavieren en de bijhorende registratuur vernietigd. Het orgelmeubel bleef eveneens verminkt achter, zonder achterwand, met deels open zijwanden, terwijl van het rugwerk nog de schijn werd opgehouden met enkele niet sprekende nieuwe frontpijpen in de balustrade; als een soort schijnrugwerk.
Een fabrieksmatig orgel werd geplaatst met pijpenmateriaal dat heel wat minder tin bevatte dan contractueel voorzien. Geleidelijk was dit de oorzaak van een metaalziekte die het bestaande pijpwerk zwaar aantastte.
Naar creatief nieuw Bach-orgel
Het restauratieconcept werd uitgewerkt met medewerking van de Dienst Monu- mentenzorg en is uitgewerkt door Ghislain Potvlieghe-de Maeyer, orgelmaker.
Er is niet gestreefd naar een hypothetische reconstructie van een vroeger vergroeid orgel maar naar een vernieuwend concept waarin vele Duitse en Hollands-Brabantse stijlelementen uit de baroktijd zijn verwerkt in een drieklaviersinstrument met rijke pedaalbezetting.
Een nieuw binnenwerk met nieuw pijpwerk, een nieuwe mechaniek, nieuwe klavieren, nieuw windwerk en nieuwe verbindingen van de toetsen naar de windladen en naar de orgelpijpen zijn geplaatst.
Dit instrument is volledig opgenomen binnen de volledig gerestaureerde historische orgelkast.
Dit vernieuwde orgel heeft drie manualen en een onafhankelijk pedaal. Het telt 41 registers, heeft ca. 2800 pijpen.
Vanuit deze optie van restauratie-nieuwbouw met zijn rijke dispositie, zijn polyfone geaardheid en zijn grote klankmogelijkheden kan het Grimbergs orgel een Bach-orgel worden genoemd waarop vele grote meesterwerken van de Europese orgelcultuur een mooie verklanking kunnen krijgen.
Het verrukkelijke barokke interieur en de inspirerende akoestiek zijn voor het orgel eveneens belangrijke troeven.
(Tekst: Kamiel D’Hooghe)
> terug naar Abdijkerk